
De manier waarop we elkaar ontmoeten doet ertoe
Een ontmoeting die beweging op gang brengt, wordt niet bepaald door protocollen, geautomatiseerde processen of een lineaire benadering. Voor ontmoetingen die beweging op gang brengen, hebben we tijdelijke, vrije ruimte nodig. Ruimte, waarin we de snel veranderende werkelijkheid (steeds opnieuw) onbevangen tot ons kunnen nemen. Ruimte, waarin de kracht van het verschil wordt benut. Ruimte waarin het veilig genoeg is om wat wij ten diepste weten, te delen. Ruimte, waarin jouw nieuwsgierigheid optimaal wordt aangesproken. Voor een vraagstuk, dat ons vroeg of laat raakt. Wij dragen bij nieuw perspectief door het verbinden van mensen in onderzoekende ontmoeting. In onze aanpak staan drie kwaliteiten centraal.
Vragend vermogen
Niet het antwoord, maar de vraag zal ons leren. In onze cultuur zetten we alles op alles om zo snel mogelijk met antwoorden te komen. Hierdoor denken we vaak niet diep, maar herhalen we onze gedachten. Wij nemen liever het onzekere voor het zekere. En bewegen naar wat we niet weten. Omdat zich daar ontwikkeling bevindt. Daarvoor hebben we vragen nodig.
Slimme sensitiviteit
De grote nadruk op cognitie houdt ons klein. We redden het niet alleen met ons hoofd. Alleen als we de hele mens mee de werkvloer opnemen, kunnen we afstemmen op wat nodig is. Onze zintuigen geven ons voortdurend bewust en onbewust informatie. Wij spreken van slimme sensitiviteit wanneer wij bewust zijn van de betekenis van die emotie in relatie tot de vraag die speelt.
Dialogica
Dialoog is een vorm van gesprek, waarin we nieuwe betekenis kunnen genereren. Dialoog gaat niet over winnen of overtuigen. In dialoog komen we tot daadwerkelijke uitwisseling van ervaring en wijsheid. Het delen van ervaringen i.p.v. meningen, uitstellen van oordeel en diep luisteren vormen de basis voor dialoog. Van mens tot mens. In vele varianten. Vanuit de kracht van het verschil.
‘Het was de meest bijzondere avond met complete vreemden, die ik ooit heb meegemaakt. Al mijn vooroordelen verdwenen. Het was alsof de tijd even stilstond.’
Katja Weitering